Filosoferend over werken…

Werken zou mijn leven zinvoller moeten maken. Er wordt mij gevraagd om een groot deel van mijn leven op te offeren aan werken. Dan zou ik toch minstens iets willen doen dat ook ergens op slaat. Iets dat verband heeft met een wereld die ik graag zou willen zien. Daar wil ik me van harte voor inzetten.

 

 

Tot nu toe is dat ideaal Schoonheid geweest voor mij. Het vergaren van steeds meer vaardigheden om uiteindelijk iets te kunnen maken dat fragmenten van schoonheid laat zien. Wat dat precies zou zijn, en hoe dat gestalte moet krijgen weet ik niet, maar het is een reden en een groot doel om mijzelf daarvoor te willen ontwikkelen.

 

Nu merk ik dat het ontwikkelen zelf ook een erg vervullend gevoel geeft. Het gevoel van iets nieuws in je te hebben opgenomen, waardoor je innerlijke structuur weer iets verrijkt is, iets complexer is geworden, iets omvangrijker. Dat je iets meer samenhang ziet in de dingen. Dat gevoel is bijzonder en waardevol, als iets dat op zichzelf goed is. Is er een sterkere drijfveer om een groeiende kwaliteit in je werk te krijgen? Dat gevoel zoek ik in het werk dat ik doe, maar het is helemaal niet vanzelfsprekend dat werken op ontwikkeling gericht is. Er zijn allerlei voorwaarden die eerst voldaan moeten worden voordat ik eens aan ontwikkeling mag toekomen (genoeg geld vooral).

 

Wat mij voor ogen staat is het volgende: de ontwikkeling centraal stellen in het werk dat ik doe. Dit wordt de binnenlaag van mijn activiteiten. In de binnenlaag gaat het om onderzoek, experiment, expressie en uitwisseling. Het gaat om bestuderen, ontdekken en inspiratie. Het structuur geven aan de eigen ontwikkeling. Het gaat om het ontdekken van eigen studie materiaal, en een manier te vinden om me dat meester te maken. Ja, Meesterschap, daar gaat het om. Voor mijn gevoel geeft het werken aan de eigen meesterschap een nieuwe waarde aan werken. Dat is de binnenlaag die het mogelijk maakt om geweldige dingen te maken.
Het werken-in-opdracht wordt zo eigenlijk een secundaire bezigheid. Het hoort bij de buitenlaag. Er zullen dan structuren moeten bestaan waardoor er op zijn tijd iets te gelde kan worden gemaakt. Daar is dan aandacht voor bedrijfsvoering en bedrijfseconomie voor nodig. Maar zij bestaan in mijn visie niet voor zichzelf, maar staan in dienst van de binnenlaag, in mijn geval het Meesterschap. Want is het niet overduidelijk wat er gebeurd als de structuren zelf het doel worden? Expansie om de expansie (waarom moet dat zo nodig? Wordt dat wel eens bevraagd?), macht om de macht, geldzucht en ongelijkheid. Wanneer de structuren, geldstromen in dit geval, het doel worden dan gaat er iets verloren. Dan verdwijnt het doel van het werken zelf. Werken om geld te verdienen is eigenlijk echt niet normaal.

 

Ja, geldstromen en rendabel zijn hebben een belangrijke functie, dat mag niet onderschat worden. Maar zij bestaan niet voor zichzelf. Zij staan in dienst van andere, nobelere zaken en maken die mede mogelijk. Zoals bloed door het lichaam stroomt, stroomt geld via economomische structuren door de maatschappij en maakt dingen mogelijk. Bloed stroomt en moet blijven stromen om ervoor te zorgen dat elk onderdeel van het lichaam krijgt wat het nodig heeft. Zodat elk onderdeel kan functioneren naar zijn beste kunnen en dat er voor het lichaam als geheel allerlei dingen mogelijk worden, zoals, ik noem maar wat, lopen. Het zou toch ongezond zijn als een bepaald orgaan veel meer bloed zou eisen dan het eigenlijk nodig heeft. Of als er in ons lichaam een strijd om het bloed zou zijn, waarin elk onderdeel moet vechten om er iets van te krijgen? Waarin elke cel eigenlijk verlangt te groeien zo groot als het hart, omdat deze het rijkst is aan bloed. Op zo’n basis kan toch geen goed functionerend lichaam gebouwd worden? Ik weet het fijne niet van de economie, en ook niet van het functioneren van ons lichaam, maar toch vind ik het een mooie vergelijking. Het gaat er om dat werken gezonder en zinvoller kan.

 

Wat ik voor ogen heb is een reden tot werken die je bij goede wetenschappers ziet: een bijna kinderlijke drang tot ontdekken en weten. Een fascinatie om tot de kern der dingen door te dringen.

 

Misschien is het allemaal te groot gedacht en is het onrealistisch wat ik denk. Ja, ik weet dat de systemen niet echt ingericht zijn om dit makkelijk te maken. Maar eigenlijk kan ik niet anders. Ik heb iets nodig om in te geloven dat mij boven mijzelf uit kan tillen.

 

Hebben we dat niet allemaal nodig?


Dennis

Dennis Venmans
No Comments

Post a Comment